Moet België stroomtekorten tot elke prijs vermijden, of is er een limiet aan hoe hoog de factuur mag oplopen?
Het parlement buigt zich woensdag over een verscheurend dilemma, terwijl het scenario van een nieuwe Turteltaks om de hoek loert.
Hoeveel zijn we bereid te betalen om te vermijden dat straks het licht uitgaat?
Het is een prangende vraag waar het federale parlement zo snel mogelijk een antwoord op probeert te vinden.
De ramingen van de energiewaakhond CREG lopen uiteen van minder dan 1 euro tot jaarlijks 105 euro extra op de energiefactuur van ieder gezin in België.
Voor de grootste industriebedrijven kan de energiefactuur jaarlijks nog eens met 13,6 miljoen euro toenemen,
waardoor hun concurrentiepositie verder zou worden aangetast.
De hoogspanningsnetbeheerder Elia becijferde dat tegen 2025 wanneer de Belgische kerncentrales sluiten,
3,9 gigawatt extra capaciteit nodig is om te garanderen dat het licht blijft branden.
Dat komt overeen met zeker vier nieuwe gascentrales die in minder dan vijf jaar gebouwd moeten worden.
Federaal minister van Energie Marie-Christine Marghem (MR) rekent daarvoor op een steunmechanisme.
Via een subsidiesysteem wil ze investeringen in nieuwe capaciteit aantrekken.
Het gaat dan vooral om de bouw van nieuwe gascentrales, maar ook batterijopslag komt in aanmerking voor steun,
evenals grote verbruikers die bereid zijn op piekmomenten hun verbruik uit te schakelen.
Pas als er genoeg nieuwe capaciteit en gascentrales beschikbaar zijn, kunnen zoals gepland tegen 2025 alle Belgische kerncentrales sluiten.
Staatssteun
Marghem legde haar steunmechanisme begin dit jaar voor aan de Europese Commissie.
Die moet nog oordelen of het geen ongeoorloofde staatssteun toekent. Maar de minister diende een onvolledig dossier in.
Met een regering in lopende zaken liet ze de pertinente vraag open hoe het steunmechanisme gefinancierd moet worden.
Het dossier zit daardoor muurvast.
De Europese Commissie eist duidelijkheid over het financiële plaatje,
terwijl Marghem zonder parlementaire meerderheid die belangrijke knoop niet kan doorhakken.
Volgens de energiewaakhond CREG kan het steunplan waarmee federaal minister minister van Energie Marie-Christine Marghem
de gevolgen van de kernuitstap wil opvangen tot 940 miljoen euro per jaar kosten.
De Kamercommissie voor Energie heeft dan maar zelf het heft in handen genomen.
Nadat op de MR na alle partijen hun vrees hadden uitgedrukt dat de kosten zouden exploderen,
werd begin deze maand een aparte werkgroep opgericht.
De energiespecialisten van de partijen proberen daarin achter de schermen tot een compromis te komen over
hoe de financiering van het steunmechanisme en wat het mag kosten.
De bedoeling is dat ze met een uitgewerkt voorstel komen dat dan in het parlement goedgekeurd kan worden,
zodat Marghem verder kan met haar plannen.
Het beloven uiterst moeilijke onderhandelingen te worden, waarbij de politici voor een verscheurend dilemma staan.
Ofwel moeten ze straks uitleggen waarom een rijk land als België niet te allen tijde kan garanderen dat het licht blijft branden.
Ofwel moeten ze zich verantwoorden waarom er plots tot 105 euro extra wordt aangerekend op de energiefactuur.
De verwijzing is dan snel gemaakt naar de Turteltaks die destijds de Vlaamse groenestroomsubsidies moest financieren.
Die heffing op de energiefactuur leidde vier jaar geleden tot het ontslag van minister Annemie Turtelboom (Open VLD).
Afschakelplan
De federale energiewaakhond CREG becijferde dat met de plannen van Marghem het steunmechanisme 614 tot 940 miljoen euro per jaar kan kosten.
Dat bedrag zou dan via een heffing op de elektriciteitsrekening worden doorgerekend aan de gezinnen en de bedrijven.
Maar de CREG, die moet waken over de factuur van de consument, waarschuwt dat het veel goedkoper kan.
De energiewaakhond ijvert ervoor om vooraf een strikt kostenplafond vast te leggen waardoor de totale factuur beperkt blijft tot 11 à 107 miljoen euro
per jaar.
‘Zonder voorafgaande kostenbeperking kan de kostprijs van het steunmechanisme hoger oplopen dan de eventuele schade van een afschakeling’,
zei CREG-directielid Andreas Tirez daarover in de Kamer.
De CREG maakt de afweging wat het zou kosten als er gedurende een paar uur in de winter onvoldoende capaciteit is om iedereen van stroom te voorzien.
Het afschakelplan treedt dan in werking, waarbij delen van het land beurtelings zonder elektriciteit worden gezet.
De CREG schat dat de schade van zo’n afschakeling 2.300 tot 5.330 euro bedraagt per megawattuur.
Omgerekend naar een gezin met een doorsnee verbruik betekent dat dat een dag zonder stroom tot 50 euro kan kosten.
Onverantwoord
De CREG vindt het onverantwoord meer uit te geven aan subsidies voor de bouw van nieuwe centrales dan de potentiële schade
die gecontroleerde black-outs zouden veroorzaken.
In de berekeningen van de CREG riskeert België hoogstens 3 uur per jaar met bevoorradingsproblemen te kampen.
Die 3 uur valt binnen de norm van wat wettelijk toegelaten is, argumenteert de CREG.
Dus is er geen uitgebreid steunmechanisme nodig.
Het zou onverantwoord zijn miljoenen te investeren in gascentrales die maar enkele uren per jaar echt nodig zijn.
Maar Elia, dat moet waken over de stabiliteit van het net, heeft een totaal andere visie.
‘Zelfs als twee kerncentrales openblijven, kunnen we zonder steunmechanisme niet voldoen aan de huidige betrouwbaarheidscriteria.
Ons land gaat dan impliciet morrelen aan zijn risicoprofiel, een beslissing met grote consequenties’,
waarschuwde CEO Chris Peeters in de Kamer.
Volgens hem wordt te lichtzinnig omgesprongen met het risico van black-outs.
‘Bij een capaciteitstekort van 1 gigawatt spreek je al over 1 miljoen gezinnen die afgeschakeld worden.
Het consumentenvertrouwen en het investeerdersklimaat zouden worden aangetast.
De criminaliteit neemt toe, je krijgt meer verkeersongevallen omdat verkeerslichten niet werken,
koelhuizen vallen stil, waterpompen om overstromingen tegen te gaan vallen uit, en ga zo maar door.’
Je kan 100 procent zeker zijn dat het licht blijft branden aan een gigantische kostprijs,
of je kan 100 procent zeker zijn dat het niets zal kosten maar met het risico dat het licht uitgaat.
Marghem geïsoleerd
Ook Marghem en haar administratie, de FOD Economie, vinden een strikt kostenplafond zoals de CREG voorstelt, geen goed idee.
Ze vrezen dat met een te beperkt budget er onvoldoende capaciteit gebouwd wordt, waardoor het steunmechanisme niet volstaat om te garanderen
dat het licht blijft branden. De MR van Marghem ijverde er dan ook voor zo snel mogelijk verder te gaan en de kostprijs van het steunmechanisme
volledig via een heffing op de Elia-nettarieven door te rekenen.
Maar in het parlement is er weinig bereidheid om Marghem blindelings te volgen.
Niet alleen de N-VA, Groen, de sp.a en de PS hebben al laten verstaan dat ze geen blanco cheque zullen goedkeuren.
Ook Marghems coalitiepartners Open VLD en CD&V eisen garanties over de betaalbaarheid van het subsidiemechanisme.
Het ziet ernaar uit dat gezocht wordt naar een alternatieve meerderheid die de moeilijke afweging tussen betaalbaarheid
en bevoorradingszekerheid moet uitklaren.
‘Je kan 100 procent zeker zijn dat het licht blijft branden aan een gigantische kostprijs,
of je kan 100 procent zeker zijn dat het niets zal kosten maar met het risico dat het licht uitgaat’, vat Bert Wollants (N-VA) het dilemma samen.
‘We moeten daar ergens tussenin landen. Het worden bijzonder moeilijke discussies.’